Zeitigung

Gepubliceerd op 09.11.2017, 16:36

Zeitigung

Hoewel Zeitigung onmiskenbaar de Rosas-signatuur draagt en dus de continuïteit in het oeuvre verzekert, bekleedt deze voorstelling in vele opzichten een uitzonderlijke positie. Ze is gebaseerd op Zeitung, een creatie van Anne Teresa De Keersmaeker en Alain Franco uit 2008, maar houdt een nieuwe benadering in van het repertoire. Zeitigung is geen zuivere herneming van het origineel, zoals Rain en recent nog Rosas danst Rosas. Maar de voorstelling bevindt zich ook niet aan het andere uiterste van het spectrum, zoals Verklärte Nacht of A Love Supreme, die voor een groot deel een nieuwe schriftuur kregen. “Sommige stukken lenen zich bijzonder tot verdere variatie en transformatie,” zegt De Keersmaeker daarover. En dat is precies de bewerking die Zeitung heeft ondergaan om Zeitigung te worden: de oorspronkelijke choreografie blijft herkenbaar aanwezig, als een soort onderliggende baslijn, maar haar principes en uitgangspunten hebben een nieuwe dans voortgebracht. Alain Franco vergelijkt het met een vorm van hermeneutiek: “Kunstwerken kunnen blijven doorwerken ad infinitum. De lectuur van een bestaande ‘tekst’ kan steeds opnieuw vrucht blijven dragen; het is dus niet altijd nodig die tekst te herschrijven.”

De principes en uitgangspunten van Zeitung (en dus ook Zeitigung) zijn kernachtig, keren terug naar de essentie. In 2008 was de vijftienjarige residentie van Rosas bij De Munt net afgelopen. De Keersmaeker beschrijft het tijdstip als een belangrijk scharniermoment. “Er rezen elementaire vragen over de verhouding tussen dans en muziek, de identiteit van beweging, de relatie tussen improvisatie en compositie, de oorsprong van beweging in het lichaam, …” Alain Franco bood een muzikaal raamwerk voor dit choreografisch onderzoek, met de vraag naar de evolutie van harmonie in het Westerse denken, aan de hand van muziek van Bach, Schönberg en Webern. Zeitung werd de weerslag van hun zoektocht, maar bood niet per se een definitieve oplossing. Net daarom diende de voorstelling zich tien jaar later weer aan toen Rosas besliste om het repertoire consequent op de voorgrond te zetten.

Doorgaans baseert De Keersmaeker haar choreografie graag op tijdruimtelijke wetmatigheden en patronen, en op de structurele en compositorische eigenschappen van de gekozen muziek. In 2008 week De Keersmaeker voor Zeitung af van die werkwijze: niet alleen waren er in de voorstelling momenten van improvisatie voorzien, maar ook tijdens het creatieproces tastten De Keersmaeker en de dansers voortdurend de grens af tussen improvisatie en compositie. “De vraag is of die grens wel bestaat, of liever: waar ze zich dan precies bevindt. Ligt het verschil niet louter in de intentie waarmee gedanst wordt, en vloeien improvisatie en schriftuur niet voortdurend in elkaar over?” Voor het dansvocabularium gingen ze uit van het hoofd, de schouders of het bekken als centrum van het lichaam. Daarnaast probeerden ze de contrapuntische eigenschappen van de muziek (canon, fuga, …) ruimtelijk te vertalen. Elke danser genereerde vanuit zijn of haar eigen ervaring een individuele reactie op die twee ankerpunten, op een manier die De Keersmaeker aanduidt als “geschreven improvisatie”: onvoorbereid ontstaan uit het moment, maar na verloop van tijd ontplooid tot een vaste frase die werd overgedragen op de andere dansers.

Bijna tien jaar later maakt een nieuwe groep van acht jonge dansers voor Zeitigung hun eigen materiaal uit improvisaties op diezelfde ankerpunten. Dat tonen ze aan het begin van de voorstelling. Maar om andere mogelijke antwoorden te vinden op de vraag wat choreografie eigenlijk is, ging De Keersmaeker deze keer nog verder. Zo nodigde ze één van de dansers, de jonge choreograaf Louis Nam Le Van Ho, uit om met haar oorspronkelijke materiaal een nieuwe choreografie te creëren. De P.A.R.T.S.-alumnus verschoof zijn focus van de esthetische vragen van De Keersmaeker naar de wrijving tussen zijn eigen schriftuur en de hare: “Wat gebeurt er als twee manieren van dans-schrijven naast elkaar bestaan, en hoe kun je er bruggen tussen bouwen? Ik wil te weten komen of beweging eigenlijk iets is wat je je kunt toe-eigenen, en wat er nodig is om je eigen signatuur te onderscheiden van die van iemand anders.” Gevraagd naar het belangrijkste verschil in hun werkwijze, blijkt dat te liggen in de compositie van een choreografisch contrapunt. De Keersmaeker: “Zeven van de acht dansers zijn opgeleid aan P.A.R.T.S., dus delen ze de intense ervaring van drie jaar samenwerken. Louis Nam baseert zijn contrapuntische principes op die ervaring, en dat bedoel ik heel concreet : op zijn beleving van de directe lichamelijke aanwezigheid van de anderen.” Le Van Ho beaamt dat: “Ik vertrek van de onmiddellijke situatie tussen de dansers, terwijl Anne Teresa een abstracter en vormelijker manier van schrijven heeft, alsof ze muziek componeert. Ik laat het contrapunt graag starten vanuit de keuzes van de dansers zelf. Elk van hen incorporeert individueel een set materiaal, een set van choreografische lijnen die bepaalde ‘regels’ impliceren. Het contrapunt ontstaat wanneer ze elkaar ontmoeten en een relatie aangaan, zich aan elkaar aanpassen en een oplossing vinden voor de eventuele problemen die zich stellen.”

Vanuit die bevindingen herziet ook De Keersmaeker het Zeitung-materiaal, dat dus wel nog deel uitmaakt van Zeitigung, maar daarvoor grotendeels is herwerkt. Alles bij elkaar maakt dat van dit creatieproces geen oefening vanaf nul, maar eerder een kwestie van samenbrengen, schrappen, verhelderen en in vraag stellen. Dat vraagstelling en onderzoek de fundamenten zijn van Zeitigung, is enigszins voelbaar in de voorstelling. Zonder ook maar een moment de indruk van willekeur te wekken, heeft de dans een exploratief en experimenteel karakter. Verschillende constellaties van dansers wisselen elkaar in snel tempo af, alsof ze nooit helemaal genoegen nemen met de situatie op scène. Nu eens bedachtzaam en voorzichtig, dan weer energiek en gedreven, zoeken de jonge mannen zich een weg door de beschikbare ruimte. Ze bakenen die weg als het ware af, met wijde bewegingen van de armen en de benen, en een as die regelmatig diagonaal draait. Door de wisselwerking tussen individu en collectief ontstaat er een meeslepende, contrapuntische dynamiek. Soms bewegen de dansers samen met anderen, in unisono, dan weer ontrolt er zich een canon of een spiegelopstelling. Bepaalde thema’s keren meermaals terug, zij het soms in een andere vorm. Tegen zijn intuïtie in beseft de toeschouwer dat hoe langer dit niet-aflatende spel duurt, hoe meer eenheid hij ziet in wat zich voor zijn ogen afspeelt. Terwijl de lijnen in elkaar worden geweven, lijkt het tegelijkertijd alsof het kluwen ontrafeld wordt. Soms gebeurt dat letterlijk, zoals wanneer de dansers met gekleurde touwen een patroon of traject markeren. De Keersmaeker benadrukt dat het de eerste keer is dat zo expliciet wordt getoond hoe de ruimte is georganiseerd op basis van meetkundige patronen.

In Zeitigung dienen dus dezelfde geometrische en choreografische principes als in Zeitung als uitgangspunt voor de improvisaties en de (her)schriftuur. Dat wil zeggen dat de muziek geen evenredige en transparante relatie onderhoudt met de dans, in tegenstelling tot haar rol in andere Rosas-voorstellingen. De choreografie van Zeitigung spiegelt de muzikale contrapunten, maar haar algemene vorm volgt niet die van de muziek. De verhouding tussen beiden is in deze creatie geen parallel. De harmonie ontstaat enkel daar waar ze elkaar kruisen. Naast die kruising van twee artistieke domeinen, introduceert Alain Franco ook een historisch contrapunt, dat zich bevindt in de muziek van de voorstelling zelf. Want ook op muzikaal vlak gaat het onderzoek van Zeitung verder in Zeitigung. “Het gaat om een zeker historisch bewustzijn, een filosofie van de geschiedenis die nog niet bestond ten tijde van Bach. De manier waarmee de mens omgaat met het verleden en zijn rol daarin, is sinds die periode heel erg veranderd. Toen Webern zijn muziek schreef, was de tijdsgeest getekend door de ontnuchtering en onzekerheid met betrekking tot die thema’s.” Franco probeert die evolutie op een muzikale manier te articuleren, door de keuze en opeenvolging van de muziekstukken die de ideeën van hun tijd belichamen. Opnieuw zijn dat composities van Bach, Webern en Schönberg, maar nu wordt die selectie aangevuld door werk van Brahms. Waar Zeitung in een grote boog over de romantiek van de 19e eeuw heen sprong, wordt dat veld in Zeitigung wel doorkruist. “Op die manier ontwikkelt de muzikale dramaturgie van Zeitigung iets dat in de oorspronkelijke voorstelling tastbaar was in zijn afwezigheid, maar toch ineffectief en onderdrukt bleef. Nu krijgt het ruimte en een muzikale en choreografische realiteit.”

De realiteit van Zeitigung fluctueert en meandert, biedt geen vaste grond onder de voeten van de dansers. Maar dat weerhoudt hen er niet van om zich op dit terrein te begeven. Integendeel, de dans lijkt te zeggen: “Wie wil er nu niet op verkenning gaan in een universum van oneindige mogelijkheden?”

Floor Keersmaekers, oktober 2017